Bij een operatie vanwege larynxpapilloom wordt de patiënt eerst goed in kaart gebracht door de KNO-arts en de anesthesist. Als het veilig wordt gevonden om te opereren wordt de patiënt opgeroepen voor de operatie.
Op de dag van de operatie moet de patiënt nuchter zijn. Op de operatiekamer wordt de patiënt in slaap gebracht. Bij kinderen mag een van de ouders er tijdens dit gedeelte van de operatie nog bij zijn.
Als de patiënt slaapt wordt hij/zij beademd met zuurstof uit een mond- en neuskapje. Ondertussen kijkt de KNO-arts met een camera door de luchtwegen van de longen tot de mond waar het papilloom zich bevindt. Ook wordt er met een speciaal soort blauw licht, Narrow Band Imaging, extra goed gekeken waar de papillomen zitten. De effectiviteit van Narrow Band Imaging is door de Groningen Papilloma Studies uitgebreid onderzocht. Bij patiënten die voor het eerst geopereerd worden wordt er ook altijd in de neus en in de longen gezocht naar papillomen. Tijdens latere operaties wordt dit alleen gedaan als er daar bekend papilloom zit of er aanwijzingen zijn dat het er nieuw is gekomen. Dit gedeelte van de operatie gebeurt terwijl de patiënt als het ware zijn adem inhoudt. Er is even geen beademing – dat is in die korte tijd ook niet nodig.
Hierna krijgt de patiënt een beademingsbuis en een buis in de mond door welke er geopereerd kan worden in het strottenhoofd. De operatie wordt uitgevoerd terwijl er gekeken wordt door een operatiemicroscoop, zodat alle structuren extra goed te zien zijn. Onder dit beeld worden, waar mogelijk, alle papillomen verwijderd. Het materiaal dat weggehaald is wordt niet weggegooid, maar gaat naar de afdeling pathologie. Daar wordt het weefsel geanalyseerd en wordt gekeken of het echt om larynxpapilloom gaat. Ook wordt voor elke patiënt eenmalig bepaald welk virus (HPV6 of HPV11) de ziekte veroorzaakt. Een deel van het materiaal kan worden opgestuurd naar ons eigen onderzoekslaboratorium. Daar wordt onderzoek gedaan om te proberen een betere oplossing van de ziekte te ontdekken dan we tot nu toe wereldwijd kunnen bieden.
Na de operatie moeten patiënten vaak enkele dagen hun stem rust geven, waardoor ze niet mogen spreken. Dit wordt afhankelijk van de operatie per patiënt afgesproken. Patiënten met larynxpapilloom krijgen geregeld poliklinische controle, zodat er op tijd gehandeld kan worden als het papilloom terug komt.